Eindelijk.
Per ongeluk een oude envelop gekocht vanwege een aanlokkelijke tekening die behoorlijk Amerikaans en Platinatijdperks aandoet, maar gewoon van Hollandsche bodem komt. Een ezeltje-prik-spel, maar dan vermomd onder de naam Het grauwtje van Daan Hoeksema.Spel van den ezel en zijn staart. Uitgeverij Koster Bussum. Dus van na 1922 of 1923. Bovendien met heusche tekstbalonnen en een clown die een beetje McCay's of McManusachtig aandoet. McHoeksema's eigenlijk.
Over Tijl XI De laatste der Uilenspiegels door Daan Hoeksema
Eindelijk bemachtigd. Dit obscure boekje uit 1910. De omslag doet iets anders vermoeden, maar een vliegtuig in 1910 was natuurlijk je reinste science fiction in die tijd of beter gezegd futuristisch. Ze waren er net, maar voor bijna iedereen nogal exotisch. En Louis Blériot was net in 1909 met zijn vliegtuigje, de Blériot XI (ja vandaar Tijl XI) over het kanaal gevlogen. Dus dat was wel een dingetje in die tijd (sorry voor deze zin).
Het is eigenlijk een echt stripboek maar zo Hollandsch als het maar kan. Het is een Kuifje in Amerika of een reis om de wereld in 80 dagen vanuit een Hollandsch perspectief en dat met een nazaat van een beroemde Vlaming waarvan we alles kunnen lezen op d' andere blog. Een Tijl is natuurlijk een rekel, een deugniet, een robbedoes die allerlei streken uithaalt en zich daardoor telkens weer uit de voeten moet maken en zo reist hij de hele wereld rond waarbij de wereld er zo uitzag zoals wij ons dat allemaal als kind voorstelde. Sigaren rokende bankdirecteuren in New York, slachthuizen in Chicag, Cowboys, Indianen, Chinezen met lange staarten, Teutoonse Duitsers tot Tijltje met de Bleriot naar de sterren vertrekt om zich op Halley te vestigen! Spoiler alert
Het is behoorlijk goed getekend, maar soms anatomisch een beetje knullig, dus nou ja, Outcault van de Lage Landen? Ja! Precies en goed getekend (kijk maar eens naar dat beginplaatje van Amsterdam!), maar soms een beetje knullig. En kijk die Hollandsche gevechtswolken eens! Zou hij, Daan Hoeksema, ooit iets gezien hebben van Outcault!
Wederom een grote ontdekking. Outcault vertaald naar oubollig Nederlandsch. Opeens even op de markt, maar we vonden het wat te duur. Willen ze wel hebben natuurlijk.
Je kunt deze kalender ook gebruiken voor 2027, 2038, 2049, 2055, 2066. Je kan de plaatjes op karton plakken en dan uitknippen!
Succes ermee
Een briljante cartoon van Frank King uit 1910. Een "timepiece" uit de tijd dat veel mensen nog niet begrepen wat een auto was. Het toont ook aan, net als de uitvindingen van onze tijd, dat voor iedere moderne uitvinding een prijs betaald moest worden. Wij verlangen naar de tijd dat we nog niet wisten wat een auto is of een smartphone.
Het is tamelijk ongelofelijk dat ze nog grotendeels heel zijn gebleven na meer dan honderd jaar. Wel een wat verdwaasde blik in de ogen en een beetje afgebladderd, maar dat zijn we zelf ook en we zijn nog niet eens honderd jaar.
Zoals vaker beelden tekenaars zichzelf weleens af, onopvallend, maar bijna altijd niet erg vleiend. Iets dat als een karaktertrek beschouwd kan worden van dit soort zeer talentvolle mensen. We kennen de plaatjes waarin Andre Franquin als een wat slonzige in zich gekeerde tekenaar met een arm vol platen langs een bureau op uitgeverij Dupuis loopt, terwijl er op de voorgrond van alles gebeurd met de hoofdpersonen (Guust, Pruimpit). Vaak zie je 'm ook schichtig over straat lopen in Brussel, in de strip dan. Ook Uderzo en Goscinny hebben weleens als niet zo heldhaftige Romein afgebeeld in een nog uitstekend Asterix verhaal van voor het grote verval van deze strip. Ongetwijfeld zijn er meer voorbeelden (eh Morris heeft ook zeker zichzelf meerdere malen getekend in Lucky Luke). We denken er even over na.
Hier zien we Georges van Raemdonck zelf als strenge koster op plaatje 63 op pagina 34. Kijk maar even terug. Het is 'm! Hij kijkt moordlustig, maar Tijl trekt een neus tegen 'm. We zien ook al in de twee plaatjes daarvoor waar hij op hun pad komt.
Oftewel Plisch und Plum. Opmerkelijk dat dit eerder (Uitgeverij Bolle 1910) werd uitgegeven in het Nederlands dan het beroemde broertje. Max en Maurits werden pas in 1929 uitgegeven bij het brave Kluitman. Blijkbaar sprak het in een zak stoppen van jonge beestjes en het willen verdrinken in die tijd erg aan (bij het meertje staat hij stil waar hij ze verdrinken wil). Kwestie van tijdgeest.
Nu we op d'andere blog zo lekker op dreef zijn met Tijl Uilenspiegel, Van Raemdonck's laatste meesterwerk, neem gerust een kijkje, valt op dat ie in de loop van het verhaal echt los gaat en de geest van Breugel in zich zelf heeft gevonden. Dat zien we aan een bewonderswaardige hoeveelheid schitterende drukke stroken met allerlei prachtige taferelen. Alsof de 16e eeuw in zijn aderen stroomde. We hebben het dus niet over Willy Vandersteen, maar over de ware Breugel van het stripverhaal G. van Raemdonck.
Het was tamelijk voor de hand liggend onder de vroegste "Hollandse" stripverhalen om twee tegenovergestelde karaktertjes naast elkaar te zetten en originaliteit is soms ver te zoeken. Alles leek op elkaar en vermoedelijk werd er voortdurend "Leentjebuur" gedaan. Zou Hergé voor de nieuwe omslag inderdaad al dan niet bewust, de omslag van "De wonderlijke reizen van Meelmuts en Roetkop", derde serie, onder ogen hebben gehad toen hij zijn Kuifje in Congo in een nieuwe jasje moest steken? Waarschijnlijk niet. Maar Witte en zwarte jongetjes, of dikke en dunne beleefden vergelijkbare avonturen met vliegtuigen, auto's, wilde dieren en de hele wereld over. Ook Witje en Gitje dus en dat allemaal voor de banketbakkers.
En dan is er nog dit filmpje. Met een boekje dat wij ook nog niet hebben:
Dit filmpje gaat veel meer het ontstaan van de strip als gevolg van de genadeloze concurrentie tussen twee krantenmagnaten. Het is leuk ge-edit met allerlei filmpjes en afbeeldingen.
Om maar eens terug te keren naar de eigenlijke kern van deze blog, een filmpje over het Platinatijdperk met enkele boekjes die zelfs wij nog niet kenden zoals deze uit 1888! Weliswaar een compilatie van zijn Puck tekeningen, maar toch een boek.
Het filmpje gaat over de ontwikkeling van de formaten die gewoon gebaseerd waren op de formaten uit de krant waarin ze al waren verschenen. Feitelijk dus een herdruk in een boekuitgave.
Ook deze kenden we niet. Ook reprints uit Puck.
Tenslotte zien we wat een mooie exemplaren deze verzamelaar heeft. Niet altijd natuurlijk. Wij hebben in onze Bibliotheca Platinaensia Americana ook wel wat boeiende en indrukwekkende exemplaren.
Maar deze met stofomslag willen we ook wel. Een Annie hebben we met stofomslag.