zaterdag 16 januari 2021

Update knipsels

We wisten nog niet wat we in huis hadden gehaald. Nu wel, een beetje. Maar liefst 4109 stroken van Bulletje en Boonestaak, Neerlands beste Platinatijdperkstrip en ze wisten ook wanneer ze moesten stoppen. Precies in 1937, het einde van het Platinatijdperk. Ieder knipsel is een juweel, we verliezen ons erin. Van iedere achtergrond druipt het socialisme. De arbeiders klaagden ook steen en been, toen ze het waagden, uit misplaatste bezuigigingsoverweging, de strip te stoppen in 1931. Aldus Willem Drees Sr die het voorwoord schreef van het boekje: In de ban van Bulletje en Bonestaak Kooiman & Stoovelaar 1977). Zijn zoontje (Drees Jr?) heeft direct een brief geschreven naar de krant. Want dat kon toch niet. De onderzoekers kwamen er inderdaad achter dat tussen 6 februari en 2 november 1931 Het Volk Bulletje en Boonestaakloos was. Een ernstig gemis. Ook kwamen ze er achter dat er heel veel verhalen nooit in boekvorm zijn verschenen. Daar heeft Boumaar later wat aa gedaan, gelukkig. Wij kijken nu ademloos naar al die stroken. Het is teveel. We zullen een glimp van onze ontdekkingen prijsgeven. Strook 1000 van 13 augustus 1925.

 




 

Strook 2000 van 22 december 1928

 



 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

en het laatste plaatje van 17 november 1937 waarbij de makers een buiging maken naar het publiek:

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En hier eindigt het verhaal van de avonturen, die Bulletje en Bonestaak op hun wereldreis beleefden. Wij hopen, dat onze lezers zich er niet al te erg bij verveeld hebben!.....

woensdag 6 januari 2021

Waardepapier uit 1922 tot 1936

Wonderbaarlijke schatvondst gedaan. Een prachtige verzameling krantenknipsels met nagenoeg alle stroken van Bulletje en Boonestaak. Een van de weinige echt goede platinatijdperk strips van eigen bodem. Over de schrijver en de tekenaar is veel te melden, maar dat komt later. Nu zijn we vooral verbaasd dat deze knipsels het al die tijd hebben overleefd. Dat ze de dans zijn ontsprongen. Geen radicale opruimer die dacht, oud papier weg ermee. Of, in de koude winters die er toen nog waren, de fik er in. We bewonderen de persoon, waarschijnlijk postuum, die vanaf 18 augustus 1922, veertien jaar lang alle stroken netjes heeft uitgeknipt, ze ook niet heeft ingeplakt, maar los bewaard in mooie met een touwtje samengeknoopte bundeltjes. Ze liggen nu voor ons. We zijn even sprakeloos. Per ongeluk al de eerste twee bundeltjes los geknipt. In ons wilde enthousiasme om ze te tellen. Te kijken of er niets ontbreekt. Dat laatste geloven we niet. De bundeltjes zijn te gedisciplineerd geknipt en samengebonden. En, wat moest je anders, als kind in die jaren. Niet alleen bewondering voor de knipper, maar ook voor zijn nazaten en de heldere kringloopwinkelverkoper die ze op de markt heeft gezet. Nu moeten wij nog de verantwoordelijkheid op ons nemen de knipsels te bewaren via digitale weg. Een hele opgave, maar de wil is er en het besef. Nu nog al die knipsels gaan lezen, vooral de achterkant.