Microkosmos hersteld (op iedere (tabaks)pot past een deksel)

Een best wel wonderbaarlijke samenloop van omstandigheden. Ooi kochten we een majolica tabakspot. We dachten er een gekocht te hebben met Happy op de deksel en een Foxy Grandpa afbeelding op de pot. De teleurstelling was dan ook groot toen en weliswaar een prachtige Happy deksel werd bezorgd, maar met een pot met een ander plaatje, een lullige prefab jachtscene. We vroegen ons zowiezo af welke deksels op welke potjes hoorden. Ook wonderbaarlijk waren de veel te duur aangeboden advertenties uit een warenhuisfolder van circa 1905. 

Nog eens goed gelezen. Wat daar in staat grenst aan het ongelooflijke:  

 two kinds, assorted, one with dog on top, and one with Happy Hooligan. majolica finish, with Foxy Grandpa picture in color on front

Vervolgens kwam er op eens een andere pot op de markt. Met de Foxy Grandpa afbeelding! En een andere deksel, met een pijp en een aapje. Kijk en huiver!

De Happy Hooligan deksel hoort echt bij de Foxy Grandpa afbeelding. Ze zijn nu weer samen. Godzijdank.

 Toch is er ook nog een met een Happy Hooligan plaatje! Zo blijven we bezig.

 

Max und Morizologie 45 = 1904

En dan hebben we nog de 45e druk dat uitkomt in 1904 volgens ons systeem. En inderdaad met  een "O Dieser Kinder! achterkant. Zie de ander boekjes.

 

 

Dat is toch geen toeval (Die Flip!)

We zijn niet de eerste die hier op gewezen hebben, maar toch. Het blijft frappant. En zo onschuldig waren ze toch niet in de jaren dertig van de vorige eeuw. Ach misschien ook wel. Misschien diegenen die een kleurboek kochten voor hun kinderen. Maar Ub Iwerks, dat is ons er eentje. Grapjas!

 

 

Max und Moritzologie 56=1909

En soms klopt de informatie wel. Bent u er nog?

Hier een exemplaar uit 1909, jawel de 57e druk. Sluit mooi aan bij onze 56e druk uit 1908. Met de kikkerachterkant! Terwijl bijvoorbeeld de 1913 uitgave (65e druk) geen plaatje heeft, maar in het midden - Die kleinen Honigdiebe-, een avontuur met " die kleine Pepi mit der neuen Hose. Wordt vervolgd!

 

 

Majolica Nightmare

Terwijl Max Verstappen wereldkampioen is geworden zijn wij verstrikt geraakt in een woud van Happy Hooligan-Gloomy Gus en Mont Morency majolica vaasjes, asbakjes, luciferhouders en tabakspotten. De reden? Een ying en een yang die bij elkaar komen door de bizarre omstandigheid dat we nu eindelijk de Foxy Grandpa pot kunnen verenigen met de Happy deksel. Hoe komt een dergelijke pot in Nederland op Catawiki? Hoe dan ook. De microkosmos is hersteld.  Voor diegenen die het niet begrijpen zie de voorgeschiedenis.

 

Max und Moritzologie - vervolg (1880 =1897)

We gaan gewoon verder waar we gebleven waren. Nu twee exemplaren die  an sich niet zoveel toevoegen, maar wel onze chronologie bevestigen. Tijd voor een achterkantjes catalogus met codes net zoals bij onze vrienden de Tintinologen.

Hier een exemplaar dat volgens de verkoper dateert in 1880. Dacht het niet! Rekenen we even terug vanuit onze goed gedateerde exemplaar van 1899, de 40e druk dan is deze 38e druk slechts uit 1897, met dezelfde O Dieser Kinder! achterkant, maar je mag er evengoed 300 euro voor vragen natuurlijk.

 

Groote lachwedstrijd

Ja er moest veel gelachen worden in die tijd (1924). Je moest je zelfs een ongeluk lachen. Er wordt nu alleen nog gelachen om Youtube of Tiktok filmpjes. Vroeger had je daar boeken voor.

 

De geboorte van Mijnheer Pimpelmans, maar ook van mijnheer van Emmen (Van de luchtreis)

 Van het onvolprezen wikipedia weten we dit:

Hij  (G.Th. Rotman) debuteerde in 1924 in het Rotterdamse dagblad Voorwaarts. Hier tekende hij de strip Snuffelgraag en Knagelijntje op scenario van Arie Pleysier, een journalist van Voorwaarts. Deze strip had twee muizen in de hoofdrol. In 1927 merkte Rotman dat Voorwaarts zijn strip Snuffelgraag en Knagelijntje aan andere kranten had verkocht zonder hem daarover te informeren en daarvoor te vergoeden. Hierop vertrok Rotman naar de Christelijke Nationale Dagbladen of Het Kwartet.^{[* 1]} Snuffelgraag en Knagelijntje bleef bij Voorwaarts, waar Albert Funke Küpper de strip tot 1928 tekende.  

Hij was zijn creatie dus kwijt wat wel meer Platinatijdperkers overkwam (R.F. Outcault met Buster Brown, Rudolph Dirks met The Katzenjammer kids, waarmee hij daarna gewoon door ging onder Hans und Fritz). Ook Gerrit Rotman was niet voor een kleintje vervaard. Hij had meer in zijn mars, wat we kunnen zien in de, jawel Hans en Piet boekjes, ook al in 1924. 

Want wie zien we daar in de eerste bundel?

En ook de heer van Emmen (van de luchtreis van de Pegasus) komen we tegen, maar dan in de 4e bundel.

In de 3e bundel, ook geen toeval, komen we zowel Jantje tegen als een luchtreis.

Jantje kennen we later in het treurige crisisverhaaltje van Jantje Welgemoed. De luchtreis natuurlijk van de Pegasus. Alle ingrediënten had Gerrit Rotman al in zijn Hans en Piet versjes en plaatjes gestopt.

Het mysterie van de bundeling van Hans en Piet (1924)

We kennen natuurlijk allemaal Hans en Piet, de twee brave deugnieten uit de prachtige boeken met plaatjes en versjes van Nederlands beste Platinatijdperktekenaar G. Th. Rotman (jawel ook van Snuffelgraag en Knagelijntje). Vier bundels bestaan er.

 

 

 

 

 

 

Hier zien we er drie, de 1e, 3e en 4e bundel. Maar de oplettende kijker ziet bij de 3e bundel vooral het woord bundel. 3e is wat moeilijk te lezen, alsof het is uitgegumd.

 

 

Dat klopt. Het lijkt alsof iemand (de uitgever) 3e heeft weggepoetst of heeft overgeschilderd zodat er alleen nog bundel te lezen is. Het is de bundel der bundels!

Waarschijnlijk waren er nadat de vier boekjes waren uitgegeven nog wat stapeltjes over en heeft men die samen gebundeld. Van de Sint kregen wij deze bundel met bundels en hebben nu Rotman's Hans en Piet compleet. Joepie.