donderdag 25 april 2024

Toon en Rie Rammelt maken een boekje: De vliegvarobiel van professor Knap (1929)

Toen we voor veel geld een boekje hadden bemachtigd en het daarom ook maar eens zijn gaan lezen, terwijl het eigenlijk voor de heb was, viel het op dat het niet echt origineel was. We hebben het over " De vliegvarobiel van professor Knap" uit 1929 (uitgeverij "Fidelitas" O.Z. Voorburgwal 175, Amsterdam). Natuurlijk gaat het weer over vliegen, want wat was er opwinderder in die tijd dan vliegen. Ieder stripfiguurtje vliegt in die tijd met de meest fantastische toestellen. Daan Hoeksema was er er vroeg bij met zijn Tijl IX (link). Rotman had zelfs internationaal succes met zijn Luchtreis van de Pegasus (Le rais aerien de M. Barnabe) uit 1932. Ook Bruintje Beer en Bulletje en Boonestaak belanden weleens in een vliegtuig. Meestal per ongeluk. Zo ook de twee snaken uit dit verhaal. Twee jongens, zonen van professor Knap, een dikke en een lange dunne, hoe origineel. Ze heten Prop (eigenlijk Bram) en Hout (eigenlijk Ed), want Hout rijmt op stout. En natuurlijk zijn ze stout anders beleven ze geen avontuur. Hun vader die natuurlijk professor is, en uitvinder, maar dat was vroeger hetzelfde, want slim en dus professor, is ook een rare snuiter. Hij bedenkt iets dat zo slim is, dat een paar rokende werklui het zo in een paar uur in elkaar kunnen zetten. De vliegvarobiel. Een toestel dat kan vliegen, varen en rijden. Hoe handig! De bediening is ook niet zo ingewikkeld. Een eenvoudig dashbord met drie knoppen met letters erbij. VL-VA-R, moeten jullie raden wat dat betekent? De professor legt alles netjes uit aan zijn zoontjes en bevoorraad het toestel zelfs met profiand. En dan gaan ze slapen. Ja dank je de koekoek, alsof hij niet kon verwachten wat er zou gebeuren. De jongens kunnen niet slapen natuurlijk. Vanwege alle opwinding. Ja wat denk je zelf, professor! Alles gebeurd wat je kunt verwachten, ook zo'n voortdurend terugkerend thema, ze belandden bij de menseneters, in Afrika natuurlijk. Waar anders. De professor speelt de vermoorde onschuld als hij de volgende morgen ziet dat zijn toestel weg is en zijn jongens ook (waar is de moeder?). En hij zou geen professor zijn als hij niet kon bedenken wat er is gebeurd. Hij komt daar dan ook snel achter en ach waarom niet, hij laat dezelfde werklui weer komen, die hadden toch niks te doen, om nu nog sneller een tweede vliegvarobiel in elkaar te zetten. De beloning is ook groter, maar liefst zes worsten, zes stukken zeep en zes meco-repen! Nou daar doen ze het voor. Ondertussen zitten de jongens in de penarie of eigenlijk al bijna in de pan en dat omdat ze het opperhoofd niet konden helpen met zijn kiespijn. Gelukkig komt hun vader net op tijd. Het verhaal gaat uit als een nachtkaars maar wel met deze mooie dichtregels:

De jongens zuchtten echt verblijd:

"Ons vadertje kwam net op tijd"

Het doet ons deugd dat een alleenstaande vader, ook nog professor, het toch zo goed doet en dat in 1929, Geen makkelijk jaar. 












 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten